Welkom bij het Kerkelijk Museum.
In ons museum kunt u voornamelijk terecht voor de historie van het R.K. Bisdom Paramaribo.
We zijn gevestigd aan de Henck Arronstraat 12
Voor meer informatie kunt u bellen naar 426092

Waarom een bezoek aan dit Museum ?

  • U kunt de geschiedenis van de Katholieke kerk hierin terugvinden
  • De mooie prive kapel

 

Geschiedenis over het museum gebouw
Het huis aan de Gravenstraat 12 is bezit geweest van Sara Lemmers waarvan bekend is dat zij er in 1750 al woonde. Het is echter mogelijk dat het al eerder gebouwd werd. De Rooms-Katholieke kerk kocht het in 1917 om er een meisjespensionaat in te vestigen en het vervolgens in 1921 als bisschopshuis te bestemmen.
In dit huis woonden in de 19e eeuw Andresa Jacoba van den Bergh (1801-1887), eigenaresse van de koffieplantage Constantia en haar echtgenoot Johannes Judocus Charmes (1822-1862), een zeer ver familielid.

Het is een bakstenen huis van twee lagen, voorzien van een stoep over de gehele breedte. Het steile dak met leien heeft aan de voor- en achterzijde een dakhuis. Boven de dubbele paneeldeur is er een klein balkon op consoles van smeedijzer. De binnenmuren zijn van steen (halfsteens). Op de verdieping is een neo-gotische kapel ingericht door Mgr. van Roosmalen.

Aan de achterzijde is een houten uitbouw aangebracht op de eerste verdieping, waardoor en een inwendige galerij met bogen is ontstaan op de begane grond. Enkele ornamenten versieren het gebouw. Die zijn vooral aan de voorgevel te vinden: de paneeldeur met deurhamer en de console van het balkon.

 

Het leven van Pater Petrus "Peerke" Donders
In een klein huisje aan de rand van Tilburg werd op 27 oktober 1809 Peerke Donders geboren, zoon van een arme huiswever. De woning bestond uit een woonkamertje met twee bedsteden en een werkruimte met weefgetouw. Al heel jong wilde Peerke priester zijn,  maar daar kon niets van komen. In 1831 werd hij afgekeurd voor militaire dienst. Hij schreef toen een brief aan de pastoor met het verzoek moeite te doen om hem op het seminarie te krijgen. Tenslotte mag hij werkstudent worden en kon hij in 1837 naar het Groot Seminarie.
Petrus Donders vertrekt naar Suriname  vanuit Den Helder kon afreizen en na 46 dagen varen kwam hij in Paramaribo aan. 14 jaar is hij kapelaan in Paramaribo geweest. Hij had het elke dag erg druk: godsdienstles voor de kinderen, ziekenbezoek, huisbezoek. In 1856 werd Petrus Donders overgeplaatst naar Batavia.  Het melaatsendorp grensde aan drie kanten aan een ondoordringbaar oerwoud, de voorkant lag aan een heel brede rivier. De mensen, die er woonden, konden geen kant op. Ze moesten elkaar verplegen. In hun hutten lagen de melaatsen op de grond en met hun verminkte ledematen moesten ze zelf hun voedsel bereiden. Hier heeft Petrus Donders 27 jaar gewerkt.

Dagelijks trok hij rond om de zieken te bezoeken, hen te verzorgen, te bemoedigen, stervenden op hun dood voor te bereiden en doden te begraven. 's Nachts sliep hij op de plankenvloer en bracht nog vele uren door met bidden. Regelmatig trok hij het oerwoud in en sliep eenzaam in een hangmat in de wildernis.

 

In 1882, 73 jaar oud, werd Petrus Donders teruggeroepen naar Paramaribo. Hij genoot voor het eerst van het gemeenschapsleven in een klooster en dat deed hem echt goed. Het duurde niet lang. Enkele dagen voor hij 76 werd, werd hij weer teruggeplaatst in Batavia. Hij trof daar pater Jan Bakker, twee jaar tevoren priester gewijd en zelf melaats geworden. 31 december 1886 hield hij zijn oudejaarspreek. Het 'zalig uiteinde' van die avond zou letterlijk in vervulling gaan. Op 12 januari vroeg men hem: "Hoe gaat het?"
Petrus Donders antwoordde: "Ik heb niet te klagen; heb nog een weinig geduld met mij want vrijdagmiddag om drie uur zal ik sterven". Het was een voorspelling: twee dagen later op vrijdag 14 januari 1887 ongeveer om drie uur overleed hij, tot het laatste moment bij kennis en in stilte biddend. Precies één uur later arriveerde een boot om de zieke mee te nemen naar Paramaribo. Het was te laat; zoals hij in eenzaamheid geleefd had, is hij ook eenzaam gestorven. Zijn stoffelijk overschot is op 15 januari op Batavia's kerkhof begraven.

  • Op 27 juli 1900 was zijn tijdelijke graf overgebracht naar de kathedraal van Paramaribo en erachter begraven.
  • Op 29 januari 1921 kreeg het een centrale plaats voor het St. Jozefaltaar in de kathedraal.
  • In 2010 werd Peerke ter gelegenheid van de restauratie en herinwijding van de kathedraal, herbegraven en bijgezet in een nieuwegraftombe, gefinancierd door de Stichting Jacques de Leeuw.
  • Op 14 mei 1913 werd Peerke Donders door de Paus eerbiedwaardig verklaard, de eerste stap naar een heiligverklaring.

 

Hieronder een paar foto's voor een verdere impressie van het museum.

Prive kapel van de bisschop op de eerste verdieping

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een van de kamers van het museum

Bisschoppelijke tuin achter het museum