Door pater Martin Noordermeer OMI
Hemelvaart
Donderdag 25 mei vierden wij in de Katholieke Kerk het feest van ’s Heren Hemelvaart. Het is wel niet de liturgische viering hiervan, want die wordt de zondag erna gevierd, maar voor velen blijft deze donderdag de “Veertigste Dag na Pasen”, de echte dag van de Hemelvaart van de Heer Jezus. Op de kalender was het vroeger een bijzondere dag en een nationale vrije dag, maar die is in vele landen afgeschaft, als ook in Suriname.
Een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Kerk van Christus vond plaats tussen de Hemelvaart van Jezus en Pinksteren in Jeruzalem, de vijftigste dag na Pasen. Pinksteren, “Penetekostes” in het grieks, betekent “de Vijftigste”. Deze gebeurtenis wordt beschreven in het eerste hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen I, 12-26.
Dit verhaal werd in alle drie jaren – Cyclus A, B en C - altijd gelezen op de 7de Zondag na Pasen, de zondag na Hemelvaart. Doordat het verhaal van Hemelvaart nu op deze zondag wordt gelezen, vervalt dit stuk elk jaar en wordt er geen aandacht besteed aan dit gebeuren.
Judas Iskarioth
Het verhaal zegt dat “de jonge gemeenschap van de volgelingen van Jezus o.l.v. Petrus het initiatief neemt om een opvolger te zoeken voor Judas Iskarioth, die uit de groep was getreden door zelfdoding. Hij had zijn meester verraden voor dertig zilverlingen, een som geld gelijk de prijs van een slaaf in die tijd. Hij had wel wroeging, want hij gooide de zilverstukken in de tempel. “Ik heb onschuldig bloed verraden,” zou hij hebben gezegd. Maar hij kon het geloof en berouw niet opbrengen om zijn Meester vergiffenis te vragen en verhing zich.
Opvallend is dat Petrus na het heengaan van Jezus de leiding van de groep op zich neemt. Hij wordt bewust van zijn zending, de opdracht door Jezus aan hem toevertrouwd
Apostelambt
Na de Hemelvaart van de Heer Jezus gingen de elf apostelen en de “leerlingen” terug naar de “bovenzaal” waar ze vaker bij elkaar kwamen en ook het Laatste Avondmaal hadden gevierd. Het waren er ongeveer 120 man.
“In die dagen – na de Hemelvaart van de Heer – waren de broeders en zusters bij elkaar met ongeveer 120 personen en Petrus nam het woord: ‘Broeders en Zusters, het Schriftwoord moest in vervulling gaan dat de Heilige Geest door de mond van Koning David in zijn psalmen heeft gesproken over Judas die de gids is geworden van hen die Jezus kwamen gevangen nemen in de hof van Olijven.’’ (Handelingen 1, 15 en volgende verzen)
Psalm 109, 7-8 zegt hierover: “Zijn rechtszaak loopt uit op een vonnis, zelf zijn gebed wordt als zonde aangemerkt; “dan zullen zijn dagen geteld zijn”, “dan neemt een ander zijn functie over”.
Handelingen 1, 21: “Men stelde er twee voor die aan bovengestelde voorwaarden voldeden: Jozef, ook Barsabbas geheten en Mattias. Toen baden zij alsvolgt: ‘Gij Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren om de plaats in te nemen in het dienstwerk en het apostelambt waaraan Judas ontrouw is geworden.”
Lot
Er worden hier duidelijk drie voorwaarden gesteld om Apostel te worden:
1. De kandidaat moet Jezus gekend hebben vanaf het Doopsel van Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan tot aan Zijn dood op Golgotha in Jeruzalem.
2. De kandidaat moet ook getuige zijn van de Heer en Hem in levende lijve hebben ontmoet na Zijn Verrijzenis op die Paasmorgen; Ooggetuige zijn van de Verrezen Heer!
3. De kandidaat moet door Jezus zelf geroepen worden en daarom stelt Petrus voor om te loten tussen de twee kandidaten Barsabbas en Mattias, die aan de twee voorwaarden voldeden. De uitslag zal men aanvaarden als zijnde de keuze van de Heer zelf.
Het lot viel op Mattias. Men aanvaardde dus dat het de wil van Jezus was om Mattias aan te stellen om de plek van Judas Iscarioth in de groep in te nemen en hem toe te voegen aan het college van de Apostelen. Zo was het getal weer op 12 Apostelen, zodat het gebeuren wat nu volgt, het gebeuren van Pinksteren in Hoofdstuk 2, plaatsvindt terwijl de groep bestaat uit 12 Apostelen, zoals Jezus dat had gewild. Meteen hierna verhaalt het boek Handelingen der Apostelen het gebeuren van Pinksteren in Jeruzalem.
Het getal 12
Jezus heeft niet voor niets 12 Apostelen genomen, gekozen, geroepen. In het Oude Testament werd het volk Gods gevormd door de 12 zonen van Jakob. Jakob was de zoon van Isaak en de kleinzoon van Abraham. Hij had een tweelingbroer Ezau. Jakob krijgt een andere naam, nl. Israël en onder deze naam is hij beter bekend bij ons. Over deze naamsverandering kunt u lezen in Genesis 32, 23-33.
De 12 zonen van Jakob vormden de 12 stammen van Israël, het volk Gods dat bezit zal nemen van het Beloofde Land dat Jahweh God onder ede beloofd had aan hun voorouders, Abraham, Isaak en Jakob, de zogenoemde stamvaders van het Joodse Volk.
Om in de lijn te blijven van het Oude Testament, heeft Jezus 12 Apostelen gekozen en daarom stelt Petrus voor om een persoon te kiezen na het heengaan van Judas Iskarioth, om die groep van 12 Apostelen van het Volk van God van het Nieuwe Testament te stichten. Direct hierna wordt het Pinkster gebeuren, de stichtingsdag van de Kerk, verhaald. Het college van Apostelen was weer volledig. Op dit college kon Jezus Zijn kerk bouwen, onder leiding van Petrus, de steenrots.
Combinatie van heilige getallen
Hemelvaart valt op de veertigste dag na Pasen. Dat is een Donderdag. Van Hemelvaart tot Pinksteren is 10 dagen. Zo valt Pinksteren op de vijftigste dag na Pasen. 7 x 7 + 1. Dit is geen rekenkundige formule, alhoewel het klopt, maar is allereerst een combinatie van heilige getallen. 7 is een heilige getal en 7 x 7 is dus nog heiliger. Als met daar het heilig getal 1 (één), hetgeen staat voor Jahweh de Enige, de Ene, erbij optelt, dan krijgen we 50: het getal van de volmaaktheid, voleinding, voltooiing. De Heilige Geest komt het werk van Jezus Christus voltooien op de vijftigste dag na Pasen: Pinksteren.
Uit Omhoog, editie nr 20